Flexwerk komt in alle bedrijfstakken van de Nederlandse arbeidsmarkt voor, maar niet in dezelfde mate. In een paar bedrijfstakken vormen flexwerkers de meerderheid van de werkenden, bijvoorbeeld in de bedrijfstakken cultuur en recreatie en de horeca, waar in 2022 ruim drie kwart van de werkenden flexwerker is. Bij de bedrijfstak landbouw, bosbouw en visserij was dit met 57 procent ook relatief hoog.
In de bedrijfstak cultuur en recreatie gaat het vaker om zzp’ers dan om flexibele werknemers. In de horeca gaat het vooral om flexwerknemers, terwijl dit bij landbouw, bosbouw en visserij vrijwel gelijk was verdeeld. De bedrijfstak waar flexwerk het minst vaak voorkomt is het openbaar bestuur en overheidsdiensten; in 2022 was 21 procent van de werkenden daar flexwerker. Er zijn ook beroepen die meer door flexwerkers worden uitgeoefend dan door vaste werknemers. In 2022 was van alle beeldend kunstenaars 94 procent flexwerker. Deze waren uitsluitend werkzaam als zzp’er. Van de auteurs en taalkundigen en ook van de keukenhulpen was ongeveer 80 procent flexwerker. Bij de keukenhulpen gaat het juist vrijwel uitsluitend om flexwerknemers. Beroepen waarin weinig flexwerkers werken zijn bijvoorbeeld manager, politieagent en brandweerman. In deze beroepen was ongeveer 15 procent flexwerker.
Bron: CBS